Apples Macs maakten sinds 2006 net als Windows-laptops gebruik van een Intel-processor op basis van de x86-64-architectuur. Eind 2020 veranderde dat met de introductie van de M1, Apples eerste eigen processor voor Macs. Net als de processors voor de iPhone en iPad maakt deze chip gebruik van de arm-architectuur. Arm heeft als voordeel dat het erg energiezuinig is. Tegelijkertijd is een arm-processor in het geval van Apple ook razendsnel. De M1 was bij introductie zelfs de snelste laptopprocessor in de categorie voor zuinige laptops. Apple is van plan om alle Macs van een eigen processor te voorzien. Naast de MacBook Air en de 13-inch MacBook Pro zijn ook de Mac mini en iMac 24 inch al van een M1 voorzien.

Apple introduceerde tegelijkertijd twee laptops voorzien van de M1-processor: de MacBook Air en de MacBook Pro 13 inch. Deze laptops gebruiken precies dezelfde M1-processor, al bevat de goedkoopste uitvoering van de MacBook Air een variant met 7 in plaats van 8 gpu-cores. Dat maakt in de praktijk niet zoveel uit. Met alledaagse (kantoor-)taken zijn beide laptops even snel. Alleen als je langere tijd wat zwaardere taken als foto- en videobewerking uitvoert, is de MacBook Pro sneller. Dat komt doordat de MacBook Pro is voorzien van een ventilator waardoor de chip zijn warmte langdurig kwijt kan en de prestaties altijd op topniveau blijven. De MacBook Air heeft dan weer als voordeel dat de laptop altijd lekker stil is terwijl de prestaties gewoon goed zijn. We zouden zeker voor de M1 kiezen, dat is echt de toekomst van macOS. Alleen als je om de een of ander reden echt meer dan 16 GB RAM nodig hebt, is voorlopig een Intel-processor nog interessant.

Alle software van Apple zelf is beschikbaar in een arm-variant die optimaal werkt op Apples eigen chips. Het is aan ontwikkelaars zelf om hun software geschikt te maken. Omdat niet iedere ontwikkelaar dat direct kan doen heeft Apple iets bedacht in de vorm van Rosetta 2. Deze software vertaalt programma’s die gemaakt zijn voor de Intel-processors in oudere Macs naar de nieuwe arm-architectuur. Dat vertalen hoeft maar één keer te gebeuren waardoor een programma alleen de eerste keer iets langzamer opstart. Verder heb je er geen last van en werkt Intel-software prima op een MacBook met M1-processor. De prestaties zijn doorgaans zelfs beter dan op MacBooks met een echte Intel-processor.

De M1 is Apples eerste eigen ontworpen processor voor de Mac, uiteindelijk moeten alle Macs voorzien worden van een eigen chip. Hoewel de M1 een krachtige processor is, wordt deze wel gebruikt in wat van oudsher de wat langzamere Macs zijn. In de duurdere MacBook Pro’s met meer werkgeheugen gebruikt Apple bijvoorbeeld nog Intel-processors. Dat zal niet zo blijven, ook die laptops zullen voorzien worden van een Apple-processor. Hoe die gaat heten, weten we nog niet. Maar denk bijvoorbeeld aan de Apple M1X of M2. Die chips zullen waarschijnlijk nog betere prestaties bieden dan de M1 al doet.