Welk uitgangsvermogen heeft mijn versterker nodig?

Inhoudsopgave

  1. Wat is Watt en waarom is dit belangrijk?
  2. Hoeveel kanalen heeft de versterker nodig?
  3. En hoe zit het met het geluidsniveau?
  4. Wat zijn versterkerklassen eigenlijk?
  5. Waar moet je nog meer op letten bij de aanschaf van een versterker?

Eén van de belangrijkste vragen als je een versterker aanschaft, is hoeveel vermogen je nodig hebt. Vermogen wordt uitgedrukt in Watt, maar in versterkerland is 100 Watt niet gelijk aan 100 Watt. Fabrikanten gebruiken soms slimme trucjes om het aantal Watt naar boven bij te stellen en het is daarom lastig om twee versterkers kwalitatief met elkaar te vergelijken op basis van nummertjes.

Wat is Watt en waarom is dit belangrijk?

Het uitgangsvermogen van een versterker is één van de bepalende waardes hoe goed het geluid wordt overgedragen op de luidsprekers. Elke versterker wordt aangeduid met een aantal Watt dat het per kanaal aan vermogen kan produceren. Het nadeel hiervan is dat elke fabrikant dit op andere manieren berekent en iedere fabrikant wil graag een zo hoog mogelijk wattage op de doos kunnen zetten. Watt zegt echter niks over de kwaliteit van een versterker. Vergelijk het met het aantal megapixel van een camera, een smartphonecamera met 40 megapixels maakt echt geen betere foto’s dan een spiegelreflexcamera met 20 megapixels. De kwaliteit van een versterker is altijd een combinatie van het vermogen en van de componenten die zijn gebruikt. Neem het aantal Watt dat de fabrikant vermeldt dus altijd met een korreltje zout.

Hoeveel kanalen heeft de versterker nodig?

Heel belangrijk is het aantal kanalen dat een versterker heeft. Wil je genieten van een mooi stereogeluid, dan heb je genoeg aan een stereo av versterker. Stereo heeft twee kanalen: één voor links en één voor rechts. Er bestaan ook mono versterkers, deze kunnen maar één luidspreker aanspreken. Voor je home cinema set heb je een versterker nodig met meerdere kanalen, je tv versterker moet meerdere luidsprekers kunnen voorzien van geluid. De meest voorkomende surround-opstelling is 5.1, dit houdt in dat de versterker vijf gewone luidsprekers en één subwoofer moet kunnen aansturen, in totaal dus zes kanalen. Heb je een 7.1-opstelling, dan heb je acht kanalen nodig. Een 11.2-opstellling – je raadt het al – heeft dertien kanalen nodig.

En hoe zit het met het geluidsniveau?

Het wattage van een versterker heeft niks te maken met het geluidsniveau dat je luidsprekers kunnen produceren. Op de doos van je luidspreker-set staat net als op de doos van de receiver ook een wattage. Omdat je luidspreker zelf geen klanken produceert, gaat het hier om een wattage dat de luidspreker maximaal aankan. Een 1000 Watt versterker aansluiten op een passieve luidspreker die maar 20 Watt aankan, is dus redelijk onzinnig. Aan de andere kant zijn deze wattages ook weer niet heel zwartwit. Omdat elke fabrikant een wattage anders meet, kan het best zijn dat je high-end luidsprekers die in theorie maar 100 Watt aankunnen, toch perfect samenwerken met een versterker die 150 Watt uitstuurt. Je kunt over het algemeen wel zeggen dat een hoger wattage per kanaal ervoor zorgt dat een aangesloten luidspreker luider geluid kan afspelen. Luidheid van geluid wordt overigens in decibel (dB) aangegeven. Een verdubbeling in Watt zorgt overigens maar voor een toename van 3 dB.

Wat zijn versterkerklassen eigenlijk?

Versterkerklassen zie je voornamelijk bij hifi-versterkers, je vindt vaak bij de specificaties dat een versterker een klasse A, AB of D heeft bijvoorbeeld. Deze letters hebben ermee te maken hóe een zwak signaal van je cd-speler, bluray-speler of platenspeler wordt versterkt. Een klasse A-versterker levert in principe de allerbeste versterking; het grote nadeel is dat alle componenten in een klasse A-versterker altijd actief zijn en het apparaat dus enorm inefficiënt is qua stroomverbruik. Een klasse AB-apparaat is efficiënter en schakelt onderdelen uit die het tijdelijk niet nodig heeft om een signaal te versterken. Een klasse D-versterker is het zuinigst, hij kan naar believen componenten van de versterker aan- of uitzetten. Door dit snelle schakelen is een klasse D-versterker het meest efficiënt. Deze efficiëntie betaalt zich ook uit in de hitte die de versterker produceert en hoe klein het apparaat kan worden gemaakt. Echte audiofielen zweren echter bij klasse A-versterkers, omdat deze signalen op de meest pure manier kunnen versterken.

Waar moet je nog meer op letten bij de aanschaf van een versterker?

Veel ontwerpers en fabrikanten zijn het er over eens dat de voeding een van de belangrijkste onderdelen van een versterker is. De kwaliteit van de voeding zorgt ervoor hoe goed een versterker het zachte inkomende signaal zo perfect mogelijk kan versterken. Helaas kom je als klant weinig te weten over de kwaliteit van de voeding, tenzij je je heel erg in het model verdiept Als je een losse versterker koopt, is het ook heel belangrijk om in je achterhoofd te houden dat je versterker slechts één onderdeel is van je set-up. Het heeft geen zin om honderden of zelfs duizenden euro’s uit te geven aan een klasse A-versterker en vervolgens de goedkoopste kabeltjes te gebruiken of om je systeem in een grote holle kamer te zetten. Je moet alle componenten van je set-up in de gaten houden om ervoor te zorgen dat je set-up zo goed mogelijk klinkt.