De beste tip die we hier kunnen geven: kijk in het label. Elk kledingstuk heeft een waslabel waarin staat of het wel of niet in de droger kan. Heb je het label eruit geknipt? Een goede vuistregel is dat elke was die op 60 graden of meer gewassen mag worden gewoon in de droger kan. Beddengoed en handdoeken kunnen prima, net als stevige kleding en sokken. Let vooral op bij wasgoed als ondergoed en T-shirts (die krimpen snel). Wollen en zijden kleding kun je het beste aan de lijn drogen.

Er zijn drie soorten drogers: condensdrogers, warmtepompdrogers en luchtafvoerdrogers. Luchtafvoerdrogers werken door het blazen van warme lucht door je was, en de afvoer van de vochtige lucht. Condensdrogers werken ook zo, alleen wordt het vocht opgevangen in een bak die je af en toe moet legen. Warmtepompdrogers lijken op condensdrogers, alleen wordt de warmte hergebruikt, wat goed is voor het energieverbruik.

Wasdrogers zijn voornamelijk handig omdat ze je veel tijd kunnen schelen. Als je even snel iets wil wassen, kan het lang duren voor het uiteindelijk droog is, helemaal in de winter. Met een wasdroger is je was super snel weer droog. Ook scheelt het ruimte, want je hoeft die hoeslakens en handdoeken niet door je hele huis heen te hangen.

Elke wasdroger heeft een droogprogramma voor katoen en synthetische was. Tegenwoordig hebben de meeste drogers ook programma’s voor bijvoorbeeld jeans, en zelfs voor zijde en wol. Je kunt kiezen voor verschillende droogtes (kastdroog, strijkdroog of extra droog). Ook hebben de meeste drogers een anti-kreukprogramma, zodat strijken helemaal niet meer nodig is.