Een week lang mocht ik de Nikon Z6 II testen. Dit is de nieuwste systeemcamera van Nikon.
Zelf fotografeer ik al jaren met een Nikon D800, een spiegelreflexcamera. Dit was zeker een voordeel, want de menustructuur zit vergelijkbaar in elkaar. Ik was heel nieuwsgierig wat het verschil is tussen de twee camera’s.
Elektronische zoeker
Het eerste dat me opviel was de elektronische zoeker. Ik ben een optische zoeker gewend, waarbij ik door de zoeker kan kijken zonder dat de camera aan staat. Met een elektronische zoeker kan dat niet. Ik heb inmiddels systeemcamera’s van verschillende merken getest. En ik vond deze zoeker van Nikon het prettigste werken. Het gaf het meest natuurlijke beeld voor mijn gevoel.
Ik moest even wennen aan het feit dat de laatste foto die je gemaakt hebt ook in je zoeker wordt afgebeeld. Als je dan een andere compositie wilt maken, beweegt het beeld niet… Maar zodra je de ontspanknop half indrukt, zie je weer je live zoekerbeeld.
Zelf heb ik deze week niet bij heel zonnig weer gefotografeerd, maar ik kan me voorstellen dat het terugkijken van de foto’s door de zoeker dan wel een voordeel heeft. Bij fel licht is het vaak lastig om de foto’s op het schermpje achterop je camera goed te kunnen beoordelen.
Wat in ieder geval een groot verschil is met een spiegelreflex is dat je de invloed van de instellingen op je foto direct ziet. Als je het diafragma verder open draait, wordt het beeld in je zoeker ook lichter. Heel handig!
Schermpje achterop de camera
Het schermpje achterop de camera is kantelbaar naar boven. Dit is echt van toegevoegde waarde om foto’s vanuit een laag standpunt te kunnen maken. Je hoeft dus niet languit op je buik op de grond te gaan liggen om toch goed te kunnen zien wat je fotografeert.
Het schermpje heeft een touch screen. Je kunt dit gebruiken voor het wijzigen van je instellingen. Maar je kunt daarmee ook scherpstellen op een punt dat je aanraakt met je vinger. Op zich een handige optie, maar niet echt bruikbaar als je handschoenen draagt wanneer het buiten koud is.
Scherpstellen
Voor het scherpstellen kun je gebruik maken van scherpstelpunten over het gehele beeld. Dit in tegenstelling tot de scherpstelpunten van de D800, die meer in het midden van het beeld liggen.
Een tweede voordeel ten opzichte van een spiegelreflex is dat je bij het scherpstellen gebruik kunt maken van focus peaking. Hierbij lichten de punten die scherp zijn in je zoekerbeeld rood op. Een praktische functie die het onder bepaalde condities echt duidelijker maakt of je beeld wel of niet goed scherp is. Bijvoorbeeld wanneer er grassen in je beeld staan en je wilt weten of de boom erachter goed scherp is.
Een andere instelling die ik getest heb, is de wide-area AF (L-people). Bij deze autofocusstand stelt de camera automatisch scherp op het gezicht of de ogen van een mens. Wanneer je dit combineert met de continue autofocus (AF-C), is je camera veel sneller in staat om scherp te stellen op bewegende personen, dan je zelf handmatig zou kunnen doen. Ik heb deze instellingen getest op mijn zoon die op me af kwam rennen en het leverde zeer veel scherpe foto’s op. Iets dat ik handmatig nooit zo goed voor elkaar had kunnen krijgen.
Nachtfotografie
Vanuit mijn interesse om noorderlicht, vallende sterren en andere nachtelijke hemelverschijnselen te fotograferen, heb ik ook geëxperimenteerd met scherpstellen in het donker. Ik was blij verrast om te zien hoe eenvoudig het was om met behulp van live view op de sterren scherp te stellen. Hierbij merkte ik echt hoe fijn het is dat het live view beeld direct wordt aangepast aan je instellingen.
Ik heb meteen even een testje gedaan met verschillende ISO-waarden om te zien hoeveel ruis dat oplevert in je foto’s. Voor nachtfotografie krijg ik met mijn Nikon D800 nog goede foto’s bij ISO 800, redelijke bij ISO 1600 en matige bij ISO 3200. Bij die laatste stand wordt de ruis in de 100% weergave echt goed zichtbaar. Voor de Nikon Z6 II schoof dat allemaal een volle stop op. Dus goede foto’s bij ISO 1600, redelijke bij ISO 3200 en zichtbare ruis vanaf ISO 6400. Het ISO-bereik van de Z6 II loopt door tot ISO 51.200 en ondanks dat er dan echt wel ruis zichtbaar is, levert het nog steeds bruikbare beelden op.
Een andere praktische mogelijkheid is dat je de sluitertijdenreeks kunt uitbreiden. Bij de meeste camera’s kun je als langste sluitertijd 30 seconden kiezen en moet je voor langere tijden overschakelen naar de bulb-stand en de tijd zelf handmatig bijhouden. Bij de Z6 II kun je de reeks uitbreiden tot 900 seconden, dus 15 minuten. Heel handig voor nachtfotografie of andere vormen van fotografie waarbij je met extreem lange sluitertijden wilt werken.
FTZ-adapter
Met behulp van de FTZ-adapter is het ook mogelijk om FX-objectieven voor spiegelreflexcamera’s op deze systeemcamera te gebruiken. Het eerste dat hieraan opviel was de grote vatting. Deze was zelfs nog een flink stuk groter dan voor de spiegelreflexen van Nikon. Ik heb dit getest met mijn 14-24 mm objectief en alles werkte gewoon hetzelfde als anders. Dus mocht je over willen stappen van een Nikon spiegelreflex naar een systeemcamera, dan hoef je dus niet meteen al je lenzen in één keer te vervangen.
Conclusie
Mijn algemene indruk is dat de Nikon Z6 II een fijne camera is. De body is iets kleiner dan een spiegelreflex en ligt prettig in de hand. Sommige knopjes zijn wel wat klein, waardoor ze moeilijker te bedienen zijn met handschoenen aan. Maar de Nikon Z6 II is voor mij een serieuze optie om over te stappen van mijn spiegelreflex naar een systeemcamera.
Pluspunten
- elektronische zoeker met natuurlijk beeld
- kantelbaar schermpje met touch screen
- brede autofocus met ogendetectie
- goede prestaties in donkere omstandigheden
- uitbreidbare sluitertijdenreeks tot 900 s
Minpunten
- wat lastiger te bedienen met handschoenen aan