Informatie over flitsers
Een flitser is een goede aanvulling op je digitale camera. Een losse flitser heeft een hoger richtgetal, kan vaak indirect flitsen door een kantelbare flitskop en geeft een beter uitgelichte foto. Informatie over deze kenmerken van flitsers en andere punten waar je op kunt letten, lees je hier.
Algemeen
Met een flitser kun je in slechte lichtomstandigheden toch een geslaagde foto maken. Maar in de praktijk kun je meer met de flitser doen.
In tegenlichtsituaties kun je het onderwerp beter uitlichten met behulp van een invulflits. In zeer zonnige situaties kun je met de flitser de hoge contrasten in een foto terugbrengen of opheffen. Veel camera’s zijn uitgerust met een ingebouwde flitser maar de lichtopbrengst is vaak beperkt en het rode-ogenprobleem hardnekkig. In deze achtergrondinformatie kom je een aantal aandachtspunten tegen waar je op kunt letten als je een flitser wilt kopen.
Richtgetal flitser
Het bereik van een flitser wordt aangegeven met het richtgetal. Het richtgetal staat voor de hoeveelheid flitslicht die de flitser maximaal kan afgeven en hier hoort een formule bij:
Richtgetal : Diafragmawaarde = Flitsbereik in meters (bij ISO 100).
In de praktijk betekent dit dat een flitser met een richtgetal van 32 meter, bij diafragma f/8 een afstand van 4 meter kan overbruggen. Bij de huidige flitsers en camera’s hoef je dit rekenwerk uiteraard niet zelf te doen, maar het is belangrijk om te begrijpen hoe deze formule werkt. Door de ISO-waarde (gevoeligheid) op de camera te verhogen kun je het bereik van de flitser vergroten.
Merkgebonden
Wanneer je een flitser wilt kopen heb je de keuze tussen een flitser van hetzelfde merk als jouw camera (origineel) of een niet merkgebonden flitser. Als je kiest voor de originele flitser weet je zeker dat alle functies en opties van de camera ondersteund worden. Bij de niet originele flitsers vinden we een aantal bekende merken zoals Metz en Sigma die ook flitsers maken voor diverse type camera’s en ook nagenoeg de meeste functies ondersteunen. Metz levert met zijn SCA-adapters een flitssysteem voor verschillende merken.
Rode ogen
In een omgeving met weinig licht verwijden onze pupillen zich. Wanneer we in deze situaties fotograferen met een camera met ingebouwde flitser zal dit vaak resulteren in rode-ogen. Dit komt omdat de flitser zeer dicht in de buurt zit van de lens. Door een flitser te gebruiken die verder van de lens af zit kunnen we dit probleem tegengaan. Een staaf-flitser of een compact-flitser met kantelbare flitskop is in deze situaties meestal afdoende.
Modellen
We onderscheiden bij de externe flitsers vier verschillende types.
- Compactflitser
- Macroflitser
- Staafflitser
- Slaveflitser voor compact camera's
Dit is eigenlijk de bekendste vorm van een externe flitser en komt boven op je camerabody. Ze zijn er met èn zonder kantelbare flitskop. Deze flitskop kun je zwenken (horizontaal) en kantelen (verticaal) waardoor indirect flitsen mogelijk wordt. De duurdere modellen beschikken over een ingebouwde zoomreflector en deze past zich automatisch aan bij het gebruikte brandpunt en hiermee kun je de flitsafstand aanzienlijk vergroten.
De macro-flitser (ook wel ringflitser genoemd) is speciaal ontwikkeld voor de macro-fotografie. De flitser wordt op het objectief gemonteerd en kan, op korte afstand, zorgen voor een egale en diffuse flitsverlichting. Ook heeft deze flitser zijn waarde bewezen bij het maken van portretfoto’s.
De staaf-flitser lijkt in grote lijnen op de compacte flitser en wordt vaak gebruikt bij de (professionele) reportagefotografie. De staaf-flitser krijgt, met behulp van een beugel, zijn plaats naast de camerabody. Ook hier is de flitskop te zwenken en te kantelen en beschikt de flitser over een hoog richtgetal, die kan oplopen tot 60m. De flitser heeft veel instelmogelijkheden, van volautomatisch tot volledig handmatig. Bij een staaf-flitser zijn een aantal handige accessoires verkrijgbaar, zoals draagbare accu-packs die een groot aantal flitsen garanderen. Door zijn afmetingen en gewicht is het niet de meest praktische flitser om altijd mee te nemen.
Veel compactcamera’s hebben een ingebouwde flitser, maar de lichtopbrengst is beperkt en het rode-ogen probleem is hardnekkig. Voor de compactcamera zijn er nu speciale flitsers die werken met een zogenaamde “slave”-functie. Deze flitser reageert op de ingebouwde flitser van de camera en zal automatisch meeflitsen. Je monteert de flitser naast je camera en je zal merken dat de resultaten zichtbaar verbeteren.
Flitsmeting
Je treft bij de flitsers verschillende flitsmeetsystemen aan. Hier vind je een korte uitleg van de gebruikte termen.
DDL/TTL
De meest moderne flitsers maken gebruik van DDL (door de lens) of TTL (through the lens) meting. De flitser ontsteekt zijn flits en ontvangt een seintje terug van de camera. Dit seintje geeft de camera pas af als hij voldoende licht heeft gemeten op het filmvlak. Bij deze methode wordt ook rekening gehouden met het omgevingslicht en levert vaak de beste resultaten op. We treffen dit flitslicht-meetsysteem aan op de analoge spiegel-reflexcamera’s.
DTTL
Bij de digitale spiegelreflexcamera’s heeft men noodgedwongen voor een ander flitslicht-meetsysteem gekozen en praat men over DTTL (is gelijk aan E-TTL van Canon, I-TTL van Nikon en ADI van Minolta). Aangezien er bij een digitale camera niet op het filmvlak gemeten kan worden, heeft men iets anders bedacht. Er is gekozen voor een systeem dat een aantal voorflitsen afgeeft. Dit gebeurt in een fractie van een seconde en aan de hand van deze voorflitsen bepaalt de camera de belichting.
Computer-automaat
Deze flitser meet middels een ingebouwde lichtsensor de hoeveelheid licht wat terugkaatst van het onderwerp en stopt op het moment dat het onderwerp correct belicht is. De flitser beschikt over meerdere computerstanden en geeft aan wat het bereik van het flitslicht is en welk diafragma er ingesteld moet worden.
Autofocus hulplicht
De betere flitsers zijn voorzien van een autofocus-hulplicht. Dit is te herkennen aan een roodgekleurd venster voor op de flitser. Dit hulplicht zorgt ervoor dat er een sterke rode lichtbundel wordt geworpen op het te fotograferen onderwerp als de camera moeite heeft met scherpstellen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in donkere lichtomstandigheden of bij onderwerpen met weinig contrast.
Indirect flitsen
We spreken van indirect flitsen als de flitser niet rechtstreeks op het onderwerp wordt gericht maar via het plafond of de muur flitst. Dit resulteert in minder harde schaduwen en de foto krijgt een wat zachtere verlichting, waardoor er meer diepgang ontstaat. Omdat de flits niet rechtstreeks in de ogen van personen kan vallen wordt ook het effect van rode-ogen voorkomen. Als je indirect gaat flitsen via een plafond of muur dient deze wel wit van kleur te zijn. Het flitslicht neemt enigszins de kleur aan van het oppervlak. Dus flitsen via een rode muur kan een rode gloed op de foto opleveren. Wanneer je indirect flitst zal het richt-getal van de flitser ongeveer met de helft verminderen.
Je kunt ook kiezen voor een speciale diffussor die je op de flitser kunt bevestigen. Dit is een mini-softboxje die je op de flitskop plaatst en het flitslicht verzacht.
Extra instellingen
- Rear Curtain (tweede gordijn): deze optie op de flitser maakt het mogelijk om te flitsen op het tweede gordijn.
- Slow-sync: in deze stand wordt de flits gecombineerd met een langere sluitertijd. Op die manier is het om een flitsfoto te maken waarbij ook de achtergrond goed uitgelicht wordt.
- Stroboscoop: deze optie maakt het mogelijk om het aantal flitsen en de frequentie van de flits aan te passen.
- Slave: met een slave-functie kan de flitser, draadloos en op afstand, door een andere flitser worden ontstoken. Op het moment dat de hoofdflitser zijn flits afgeeft zal de slave-flitser automatisch meeflitsen.
Oplaadtijd
De tijd die verstrijkt tot de flitser weer opgeladen is noemt men de oplaadtijd. Deze tijd wordt sterk bepaald door de flitscapaciteit die gebruikt wordt. Een grote flitser, die slechts een klein gedeelte van de capaciteit gebruikt, is meteen weer klaar voor gebruik. Bij kleine flitsers zal je vaker de maximale capaciteit gebruiken, zodat het dan even duurt voor hij weer is opgeladen.
-
1
-
2
-
3